Diploma

Zwemdiploma A

Met het behalen van het Survival Zwemdiploma A laat je kind zien dat het de basisvaardigheden van zwemmen onder de knie heeft zodat hij of zij op een veilige manier kan recreëren in een zwembad zonder attracties. Het kind kan zich redden als het onverwacht in het water valt.

Zwemdiploma B

Met het behalen van het Survival Zwemdiploma B laat je kind zien een goede conditie te hebben en daarbij de vaardigheden te beheersen om op een veilige manier te recreëren in een zwembad met attracties, zoals een glijbaan,
een golfslagbad en een stroomversnelling. Je kind kan zich goed orienteren boven en onder water.

Zwemdiploma C

Met het behalen van Survivial Zwemdiploma B laat je kind zien een zeer goede conditie te hebben en de vaardigheden te beheersen om op een veilige manier te recreëren in een zwembad met attracties en in open water zonder stroming of grote golfslag, zoals recreatieplassen en bredere sloten en vaarten (behalve in de zee). Met het Survival Zwemdiploma C heeft je kind voldaan aan de Nationale Norm Zwemveiligheid.

Survival Zwemdiploma

A, B en C

Zwemonderwijzers van aangesloten instanties komen bij elkaar op examens, evalueren en wisselen tips uit om de kwaliteit van het zwemonderwijs in Nederland hoog te houden en te waarborgen.

Zwemonderwijs Nederland heeft een programma samengesteld dat bestaat uit 3 fasen:
Fase A: Aanleren van zwemslagen
Fase B: Basis zwemmen
Fase C: Compleet programma

Dit zijn de vaardigheden die getoetst worden tijdens het diploma zwemmen voor het Survival Zwemdiploma ABC:

Zwemdiploma A

Gekleed zwemmen:

Met kleren aan (zwemkleding, sokken, hemd, korte broek, T-shirt met korte mouwen en waterschoenen

  • In het water springen en 15 tellen watertrappen,
  • Daarna 50 meter zwemmen, waarvan 25 meter schoolslag en 25 meter enkelvoudige rugslag

Zwemmen in badkleding:

  • Met een sprong naar keuze te water gaan
  • 3 meter onder water zwemmen, door een gat in een verticaal hangend zeil zwemmen
  • Vervolgens 50 meter schoolslag en 50 meter enkelvoudige rugslag afleggen zonder de kant vast te houden
  • Een uitdrijfoefening (10 tellen) en een drijfoefening (5 tellen) op de buik, met het gezicht in het water
  • Een uitdrijfoefening (10 tellen) en een drijfoefening (10 tellen) op de rug
  • Vanaf de kant te water gaan en 10 meter beginnersborstcrawl zwemmen, vervolgens vanuit het water afzetten van de kant en nog eens 10 meter beginnersborstcrawl zwemmen
  • Vanuit het water afzetten van de kant en 2 keer 10 meter beginnersrugcrawl zwemmen
  • Met een sprong naar keuze te water gaan en 1 minuut watertrappen, waarbij men zich 1 keer helemaal onder water laat zakken

Zwemdiploma B

Gekleed zwemmen:

Met kleren aan ( zwemkleding, sokken, hemd, lange broek, T-shirt met lange mouwen en sportschoenen

  • Rechtstandig in het water springen, onder water omdraaien en 30 tellen watertrappen,
  • Daarna 100 meter zwemmen waarvan 50 meter schoolslag
  • 1 keer onder een vlot door zwemmen
  • 50 meter enkelvoudige rugslag

Zwemmen in badkleding:

  • Met een sprong naar keuze te water gaan
  • 6 meter onder water zwemmen, door een gat in een verticaal hangend zeil zwemmen
  • Vervolgens 75 meter schoolslag afleggen
  • Een pion aantikken op een plek waar de kandidaat niet kan staan
  • 75 meter enkelvoudige rugslag afleggen en vriendje of vriendinnetje met de kopgreep 10 meter vervoeren
  • Vanaf de kant te water gaan en 10 meter borstcrawl zwemmen, vervolgens vanuit het water afzetten van de kant en nog eens 10 meter borstcrawl zwemmen
  • Vanuit het water afzetten van de kant en 2 keer 10 meter rugcrawl zwemmen
  • Met een sprong naar keuze te water gaan en vervolgens 1 minuut watertrappen waarvan 30 tellen met de handen in de zij naar keuze te water gaan

Zwemdiploma C

Gekleed zwemmen:

Met kleren aan (zwemkleding, sokken, hemd, lange broek, T-shirt met lange mouwen, regenjas en sportschoenen)

  • In het water vallen met een koprol, 30 tellen watertrappen, 30 tellen liggen in de helphouding, en 10 meter wrikken (voortbewegen op de rug met alleen gebruik van de handen)
  • Vervolgens 15 meter enkelvoudige rugslag en 25 meter schoolslag waarbij 1 keer onder een vlot door gezwommen wordt
  • Met kleren aan (zonder regenjas) met een sprong naar keuze te water gaan
  • 6 meter onder water zwemmen, door een gat in een verticaal hangend zeil zwemmen
  • Daarna aansluitend 50 meter zwemmen waarvan 25 meter schoolslag,
  • 1 keer over een vlot heen kruipen
  • 25 meter enkelvoudige rugslag
  • Met kleren aan een vriendje of vriendinnetje 10 meter vervoeren met de kopgreep

Zwemmen in badkleding:

  • Met een hurksprong te water gaan
  • Met een (hoek)duik een ring opduiken op een plek waar de kandidaat niet kan staan
  • Vervolgens 100 meter schoolslag afleggen en 100 meter enkelvoudige rugslag
  • Vanaf de kant te water gaan en 20 meter borstcrawl zwemmen
  • Vanuit het water afzetten en 20 meter rugcrawl zwemmen
  • Te water gaan met een hurksprong, zo ver mogelijk met het gezicht in het water zwemmen naar het midden van het bad
  • Vervolgens 1 minuut watertrappen waarvan 30 tellen met verplaatsen en 30 tellen zonder gebruik van de benen boven water blijven.